“De invloed van de vakbonden op de loonvorming verminderen.” Zo
zien Europese instanties één van de maatregelen die de concurrentiepositie van
de EU-lidstaten moeten ten goede komen. Die ‘logica’ verraadt onomwonden wat
wordt bedoeld met ‘een Europese economische politiek’.
Ook in menig partijprogramma in ons land wordt fel geschreeuwd
om de invloed van de bonden op de loonvorming terug te schroeven. Europees
beleid wordt bepaald en goedgekeurd door onze Europese politici. Het wordt
uitgevoerd en versterkt door onze lokale, federale en Vlaamse politici.
Loonnorm
De loonnormwet zegt dat het in 2013 en 2014 wettelijk verboden
is om collectieve loonafspraken te maken die resulteren in loonsverhogingen.
Individuele loonafspraken mogen wel.
In 2011 en 2012 waren collectieve afspraken ook ‘verboden’, een
maximale stijging van 0,3 procent in 2012 buiten beschouwing gelaten. Er wordt
hardop gedacht en gesproken over het idee om de ‘nulgrens’ te verlengen tot
eind 2018.
Dit alles wordt gesteund door zo goed als alle partijen die
pleiten voor een loonlastenverlaging ‘voor de werkgevers’. Wie beweert dat dit
ook zal leiden tot hogere lonen, is de boel aan het belazeren. Unizo-voorman
Karel Van Eetvelt pleitte zelfs als voor een ‘daling van de koopkracht’.
Opzegregelingen
Een zelfde verhaal rond de opzegregelingen. Sinds 1 januari 2014
is het wettelijk ‘verboden’ om in een sector-cao een opzegregeling te voorzien
die beter is dan de wettelijke regeling. En dit terwijl bij wet hele sectoren
tijdelijk of zelfs definitief van de wettelijke regeling worden uitgesloten.
Collectief: geblokkeerd. Individueel: de deur staat nog wel open.
Ook op een ander punt laat Unizo zich niet onbetuigd. Zieke
werknemers zijn volgens Unizo eigenlijk ‘sociale fraudeurs’. Unizo wil wél de
eigen leden helpen om belastingen niet te betalen. Als de vakbonden vragen
collectieve afspraken te maken over controles, geven de werkgevers nooit thuis.
Ben Weyts (N-VA) zei onlangs dat het tijdkrediet moest worden
ingeperkt omdat het toch maar diende om ‘wereldreizen te maken op kosten van de
gemeenschap’. Ondersteunende stilte bij Unizo.
Monica De Coninck
De minister van Werk, Monica De Coninck, laat nog gauw de Hoge
Raad voor Werkgelegenheid een onderzoek doen naar de effecten van de
‘discriminatie’ van ‘hogere lonen’ voor oudere werknemers en hoe dit leidt tot
het uitstoten van oudere werknemers op de arbeidsmarkt. Er wordt luidop gedacht
aan het niet langer goedkeuren van cao’s die nog met barema’s werken langer dan
zeven jaar. Een logica die blijkbaar ook alleen geldt voor collectieve en door
de vakbonden afgesproken en verkregen loonregelingen. Individuele oudere
werknemers – zeker zogenaamde dure supertalenten – zal niets in de weg worden
gelegd.
Als lonen de aanwerving van oudere werknemers belemmeren, hoe is
dan de hoge werkloosheid van zelfs opgeleide jongeren met lagere lonen te
verklaren? Jongeren moeten blijkbaar maar werken tegen gelijk welke voorwaarde
ook, of worden uitgesloten van de werkloosheidsuitkering. Onze minister van
Werk zei het ooit zo: “Al wie oren en poten heeft moet werken”.
Als het erom gaat vakbondsrechten – en dus werknemersrechten –
te beschermen of misschien zelfs vergroten, blijf je flink op je honger in de
meeste partijprogramma’s. Telkens weer wordt het sociaal overleg geschoffeerd.
En tegelijkertijd wordt niets ondernomen om het sociale speelveld te
beschermen. Onze oproep aan de politieke partijen: herwaardeer het sociaal
overleg, in plaats van het onmogelijk te maken.
FERRE WYCKMANS
ALGEMEEN SECRETARIS
Op 25 mei verkiezen we niet alleen onze federale en regionale
volksvertegenwoordigers maar ook onze 22 Europese parlementairen. Het valt te
vrezen dat de Europese verkiezingen bij ons zullen worden ondergesneeuwd door
discussies over ja dan neen een volgende staatshervorming en de vraag hoe fors
een zoveelste lastenverlaging voor de bedrijven moet zijn.
Het probleem met de Europese verkiezingen is het probleem van de
Europese beleidsvoering. Europa raakt letterlijk alles en nog wat maar het
gebeurt buiten het blikveld van onze democratische besluitvorming. Europa is
verkeershinder door de Europese toppen in Brussel. Europa is enige nationale
trots omdat onze Herman Van Rompuy de voorzitter van de Raad is. Europa is onze
Eurocommissaris Karel De Gucht, van wie we beter de fiscale geschillen kennen
dan zijn bevoegdheden. Prijsvraag: wie was onze vorige Europese commissaris? En
die daarvoor?
Burgers ergeren zich aan Europa omdat er zoveel geld gaat naar
dat over-en-weer-reizen tussen Brussel en Straatsburg. Weinigen worden warm van
Europa. Tegelijk creëert Europa veel sociale en economische kilte, vraag dat
maar aan de Grieken en Portugezen. Warmte krijgen ze daar van Moeder Natuur,
niet van Brussel.
Sluipende verschuiving
Spijtig genoeg zal het in mei ook niet gaan over de infame
invloed van de Europese besluitvorming, waarbij Europarlementairen vaak
evenzeer van de zijlijn (moeten) toekijken als de gemiddelde Europese inwoner.
Qua beslissingsmacht gooit de Europese Commissie meer gewicht in de schaal dan
ons federale parlement. In het Belgische parlement ondergaan ze lijdzaam hoe de
invloed sluipend verschuift naar Europa. Zelfs de begrotingscontrole wordt
toevertrouwd aan een handvol eurocraten. Menig Europees verdrag wordt in ons
parlement bekrachtigd zonder inhoudelijk debat en vaak met een snel
opgetrommelde meerderheid. Onbegrijpelijk hoe de politieke macht zonder veel
gemor wordt doorgeschoven.
Anti-Europese gevoelens worden momenteel vooral verwoord door
populistische partijen van rechtse signatuur. Zo hebben zij het monopolie van
de anti-Europese gevoelens gekaapt. Wie meer dan ernstige bezwaren oppert,
wordt gemakshalve in hun kamp geplaatst. Zo zou je schrik krijgen om nog
bedenkingen te maken bij het Europese beleid. Je zou zo eens een rechts
discours kunnen steunen.
Concurrentiekracht
In het verleden trokken de vakbonden steevast de Europese kaart.
In de hoop en met de terechte verwachting dat een grensoverschrijdend solidair
verhaal het zou moeten halen op nationalistische reflexen. Maar wat onze
Europese en nationale beleidsmakers ervan gebrouwen hebben, is precies het
tegenovergestelde. Nooit gaat Europees beleid over solidariteit. Zelden gaat
het over mensen aan boord krijgen. Te vaak gaat het over uitsluiting. En
telkens opnieuw draait het rond de concurrentiekracht en –positie. Als Europa
en de kandidaten voor het Europees Parlement steun willen krijgen van de
werkende bevolking, zullen ze dus
fundamenteel voor een heel ander beleid moeten kiezen.
Eigenlijk is dat de boodschap waarmee wij, samen met het
Europees Vakverbond, op 4 april om 11.00u in Brussel deelnemen aan een Europese
betoging. Het huidige Europese beleid zint ons niet. De werknemers eisen een
sociaal en solidair Europa. Komt dat er niet, dan dreigen ook de bonden een
anti-Europees verhaal te ontwikkelen. Een Europa dat tegen de belangen van
werknemers handelt, kan geen steun van hen blijven verwachten.
Ferre Wyckmans
Algemeen Secretaris LBC-NVK