zondag 14 november 2010

Nagasaki is calling

Het derde wereldcongres van UNI Global Union zit erop.

Nagasaki, stad van de menselijke fout, maar ook stad van de menselijke hoop en vrede, stond vier dagen in het epicentrum van het wereldwijd vakbondsgebeuren.

Meer dan tweeduizend “Global Warriors” uit honderdtwintig landen maakten van Nagasaki onze stad.

Achter het wit opgemaakte gezicht van de danser zit het werkelijke gezicht van Japan.

Een gastvrij en geconditioneerd Japan waar 29% van de werknemers meer dan 50 uren per week presteren. Waar de werkloosheid rond de 5,7% ligt. En waar de armoede onder de werkende bevolking ook angstvallend blijft stijgen.

Neen, dit is niet een congres zoals wij het kennen. Neen, dit is niet een congres van de grote discussies. Neen, dit is niet het congres van de werkgroepen.

Wat is het dan wel?

Dit congres is een oproep om werknemers beter te organiseren, om meer internationale kaderakkoorden te kunnen afsluiten, om meer vrouwelijke leiders en om nieuwe generaties te verbinden.

Dit is een congres op een andere schaalgrootte. Dit is een congres waar reeds het grote pad geëffend is, waar het grote werk reeds gebeurd is. Waar tussenkomsten bevestigend zijn, en het pad dat UNI Global Union heeft uitgetekend, het juiste is.

Waar getuigenissen, emotioneel of krachtig , oproepen tot solidariteit of verbondenheid, macht en onmacht oproepen.

Toch geeft dit congres je een goed gevoel, zoveel werknemers die opkomen voor hun rechten, arbeidsrechten en vechten om democratie waar dit nog niet of onvoldoende aanwezig is.

Dat gevoel van verbondenheid geeft je hier vleugels. En soms worden die vleugels van de kraanvogel geknipt door het leed dat geleden wordt, door oorlogen die gevoerd worden, mensen die uitgebuid worden.

Vrede is de rode draad doorheen dit congres en behoort niet onmiddellijk tot de kernactiviteit van de vakbonden maar een eerlijke verdeling van de rijkdom zou veel ellende kunnen vermijden.

In het land van de kalligrafie, tekenen we graag mee de lijnen voor “Breaking Through”

Robert Schuermans – Voorzitter LBC-NVK.

vrijdag 12 november 2010

Laatste dag congres

Hoe anders zou de wereld zijn als gewone mensen zoals jij en ik, werknemers overal ter wereld, niet meer bang hoeven te zijn voor geweld, niet meer bang hoeven te zijn om ‘mens’ te zijn. Een mens onder andere mensen kan zijn. Een mens met een eigen mening en met een eigen wil. Een mens die vrij is te gaan en staan waar hij of zij dat wil, een mens die zich vrij kan organiseren en die ongeacht afkomst, ras, religie, … sexe of sexuele geaardheid door iedereen als mens aanvaard wordt.

Dit ‘freedom from fear’-thema werd deze voormiddag aangesneden.

Oorlogen, burgeroorlogen, volkerenhaat, volkerenmoord, … Op zo een wereldcongres komt dat allemaal angstvallig dichtbij. Het wordt allemaal angstaanjagend concreet. Het is de realiteit, te veel de realiteit, van vele mensen die hier in de zaal zitten. Van vele mensen waar je al eens een praatje mee maakte, of waar je al eens mee aan tafel zat.

Louise Mukonkole, afkomstig uit Congo, getuigde van de gruwelijkste folteringen die vrouwen ondergaan in oorlogstijden. En ja, het sexueel misbruik van vrouwen is ongetwijfeld het meest gruwelijke wapen dat er bestaat. Niet alleen misbruikt, maar zwaar vernederd en vaak verminkt blijven de vrouwen achter. De hele samenleving wordt hierdoor ontwricht. Blijvende gezondheidsproblemen, ongewenste zwangerschappen, psychische instabiliteit, blijvende trauma’s en zware sociaal-maatschappelijke gevolgen…. Regelrechte gruwel.

En dan in landen als de Filippijnen, Argentinië, Guatemala, Colombia, Zimbabwe, Guinée, Indonesië, Laos, of Cambodja, waar vakbondsmensen worden vermoord, of zomaar verdwijnen. Bij de getuigenis van Edgardo Mario Lozia betrapte ik mezelf er op dat ik toch twijfelde; ik wist effe niet of ik hetzelfde zou doen als hij indien ik in zijn schoenen zou staan. Mijn eerbied voor deze vakbondsmensen wordt er alleen maar groter door.

En dan komt het moment van besef; vakbondscongressen als deze worden schrijnende getuigenissen gebracht en grote verklaringen afgelegd. En ja, wij applaudisseren veel en luid voor zoveel heldhaftigheid, … maar wat doen wij concreet? Wat kunnen we doen?

… Zoals de Italianen tijdens het CAO-overleg een enveloppe onderhandelen die bestemd is voor paritair opgezette en beheerde projecten. Of zoals VER.di doet, zich actief inschrijven in de agenda van de vredesbeweging. Met onze eigen internationale projecten, met ‘Stop the Killings’ en met de beïnvloeding van internationale werkgeversorganisaties bij zware sociale conflicten in het buitenland, slaan we zeker geen mal figuur,…maar genoeg is het uiteraard nooit.

Maar ‘freedom from fear’ gaat ook over geweld op de werkplaats. Over bankbedienden die werden overvallen, over hulpverleners die in elkaar worden geslagen door slachtoffers, over winkelpersoneel dat een hold-up heeft meegemaakt, over het winkelpersoneel dat zowel verbaal als fysiek geaggresseerd wordt door de klanten,.. En ook deze vormen van agressie en van gebrek aan respect voor de medemens kunnen niet onderschat worden.

Het congres aanvaardde ook een resolutie over Palestina en Israël.

Zoals het door Philip Jennings werd gezegd, kan het inderdaad niet anders dat tijdens een congres waar Vrede als centraal thema wordt uitgewerkt, er stevige en duidelijke taal dient te worden gesproken.

Uni spreekt zich uit voor vrede in het Midden-Oosten. Uni roept bijgevolg haar leden op om bij de verschillende overheden op een vredesproces aan te sturen. Uni wil dat ook de Palestijnse werknemers in waardige omstandigheden kunnen leven en werken en UNI vraagt bijgevolg dat de Palestijnse en de Israëlische vakbonden hiertoe samen de handen aan de ploeg slaan. Ook daar moet de muur, dat vreselijke litteken dat volkeren scheidt en mensen verdeelt, worden gesloopt.

Chris Van Droogenbroeck - Nationaal secretaris Distributie.

11 november - een dag voor vrede

46 jaar heeft Ayako Okumura gezwegen. De fysieke en mentale pijn maakte het haar onmogelijk te praten. In het begin van de jaren 90 ontmoette ze een man die in 1945 de vriend was van een oudere zuster. Die ontmoeting was beslissend en ze doorbak haar stilzwijgen. Ze wilde aan de wereld vertellen wat er op 9 augustus 1945 gebeurde en wat daarvan de gevolgen waren en zijn. Deze vrouw legde op het UNI-congres een heel serene getuigenis af over wat haar overkwam.

Ayaku Okumura
Ze was toen 8 jaar en bevond zich op iets meer dan 500 meter van de plek waar de bom in Nagasaki ontplofte. In een klap, in een luttele seconde, was alles om haar heen weg. Als bij wonder overleefde zij de bom. Haar familie – ouders en zes broers en zusters – verloren er het leven bij. Voor zij die de atoombomexplosies overleefden, heeft men in Japan een eigen woord gemaakt: hibakusha.

Zij was zelf op het moment van de ontploffing buiten en kreeg dus heel veel straling over zich heen. Door de verwondingen en het verlies van haar ouders, broers en zussen, heeft zij pijn geleden, onmenselijk veel pijn. Dat heeft haar leven heel diep getekend maar toch brengt ze een boodschap van vrede en hoop. Met haar getuigenis wil ze mensen – vooral jongeren – haar diepe overtuiging meegeven dat vrede een onmisbare en de meest fundamentele voorwaarde is om waardig te kunnen leven. Laat de bom op Nagasaki de laatste atoombom zijn die de wereld heeft getekend. Dat is haar hoop.

Die getuigenis blijft aan de ribben plakken. Wie ze heeft gehoord, blijft haar meedragen voor de rest van zijn of haar leven.

Oorlogen en andere gewapende conflicten treffen de gewone mensen – zeg maar de werkende mensen – altijd het hardst. Waardig werk, een respectvolle behandeling en goede loon- en arbeidsvoorwaarden zijn alleen mogelijk in een land of een samenleving die in vrede leeft. In verschillende internationale verdragen en ook in sommige wetten van ons eigen landje is het uitdrukkelijk voorzien dat rechten van werknemers aan de kant kunnen geschoven worden in geval van oorlog of een gewapend conflict.

Vrede is een thema en een actiepunt dat hoog op de syndicale agenda staat. In het programma van UNI is het een prioritair punt. Werken rond het behoud van de vrede of van het herstel ervan, is voor de vakbonden een cruciale zaak.

Het was hartverwarmend te kunnen meemaken dat heel veel jongeren van die vredesboodschap overtuigd zijn. Een school in Nyons (Zwisterland) heeft daar in een project rond gewerkt; twee studenten kwamen daarover vertellen.

leerlingen uit Nagasaki
Leerlingen uit Nagasaki die weten door welke gruwel hun grootouders werden getroffen, zijn gedreven ambassadeurs van de vrede. Het was ontroerend enkelen van hen te horen.

Nuchter en zakelijk gaf Gareth Evans – co-voorzitter van de internationale commissie voor de non-proliferatie en de nucleaire ontwapening – een indringend verslag van de stand van zaken. Er zijn 23.000 atoomwapens die samen een kracht hebben die ruim 150.000 maal groter is dan de bom die Nagasaki vernietigde. 2.000 van die raketten staan klaar om in een termijn van 4 tot hooguit 8 minuten te kunnen afgeschoten worden. In de recente geschiedenis is het een paar keer op het nippertje vermeden dat een atoomwapen werd gebruikt. Niet zelden worden beslissing genomen op basis van – gewilde of ongewilde - verkeerde informatie, denk hierbij maar even aan Irak. Kunt u het zich voorstellen dat een atoomraket wordt ingezet en dat nadien blijkt dat de informatie niet klopte? Het zou helaas de realiteit kunnen zijn. De verdere verspreiding van atoomwapens – straks zijn er niet 5 maar al 10 kernmachten - en de spreiding van de civiele nucleaire technologie en installaties, houden grote risico’s in. Om te vermijden dat ooit atoomwapens gebruikt worden, is er maar één oplossing: geen nieuwe wapens maken en de bestaande wapens stelselmatig ontmantelen.

Evans benadrukte de rol die de vakbonden hierbij te spelen hebben. Het blijven benadrukken van het belang van de vrede en van de afbouw van de kernwapens is mee een taak voor de vakbonden. “Leiderschap van de basis naar de top” zo noemde hij dat.


De Noorse organisatie People’s Aid heeft als belangrijkste doelstelling om fragmentatiebommen en landmijnen uit de wereld te helpen. Het zijn vreselijke wapens die heel vaak onschuldige burgers en kinderen treffen. Lang nadat een oorlog is uitgewoed, blijven die bommen nog in de bodem zitten en vroeg of laat wordt een boer die het land ploegt of iemand anders die nog het slachtoffer. Enkele cijfers zijn gewoon onthutsend. In Vietnam – en daar is de oorlog toch al gedaan sinds 1975 – zitten bij benadering nog 40 bommen of mijnen in de grond per inwoner.

Er is – mee onder impuls van People’s Aid – een verdrag gesloten om landmijnen en fragmentatiebommen definitief te bannen. Lang niet alle landen ondertekenden dat verdrag. Ook daar ligt werk voor de vakbonden om de politieke overheden ervan te overtuigen dat verdrag wel te ondertekenen en uit te voeren (meer informatie op http://www.upaid.org/ )


Annick Aerts van onze vakbondscentrale deed een opmerkelijke en gewaardeerde tussenkomst. Ze legde een verband tussen wat er in de Eerste Wereldoorlog rond Ieper gebeurde – waar de wonden nog steeds niet helemaal geheeld zijn - en de massale vernietiging van mensen elders inde wereld, o.a. in Nagasaki en Hiroshima.

De deelnemers aan het UNI-congres werden vandaag geconfronteerd met veel gruwel en ellende. De getuigenissen droegen echter allemaal een boodschap uit van hoop.

Marc Weyns

donderdag 11 november 2010

in de wandelgangen van het congres - de Japanse distributiesector

Als militant van Lidl was ik voor mijn vertrek naar Nagasaki zeer geïnteresseerd in de manier waarop de distributie hier georganiseerd is. Ik blijf eigenlijk wat op mijn honger zitten (letterlijk en figuurlijk). We zijn hier nog maar twee supermarktketens tegen gekomen met name Family Market en Lawson. De producten die ze er verkopen bestaan voor 50% uit voeding en dan vooral kant en klaar maaltijden maar niets vers. De rest van hun producten is verzorging en boekjes. Je vindt deze shops in elke straat. Ze zijn redelijk klein. Open 24u op 24u en 7 dagen op 7. Echt in het centrum van de stad in de galerijen vind je hier en daar een supermarkt zoals bij ons met verse groenten, vis en een minimum aan vlees. Buiten het centrum heb je de gewone markt met alle verse producten.

Het syndicaal werk in de distributie in Japan is blijkbaar ook niet altijd simpel. Op het congres was er een solidariteitsoproep voor de Japanse vakbond van de AOKI kledingsketen. Management dwingt werknemers in deze keten om hun vakbond te verlaten met de dreiging dat ze overgeplaatst worden naar een andere regio. Ze weigeren te onderhandelen met de vakbond en ook elke poging tot verzoening. Alle vakbonden aanwezig op het congres roepen AOKI dan ook op om te stoppen met deze praktijken. Dit zal wel een oppepper zijn voor de vakbondsvertegenwoordigers die in de onderneming werken en nu actie voeren.

En wat het eten zelf betreft: mijn smaakpapillen zijn er nog niet aan aangepast.

Zonnige groeten,

Veerle Seghers.

Dag 3 - het verhaal van grootwarenhuis Takashimaya

De tonen van de congresgong zijn nauwelijks uitgestorven of de heer Koij Suzuki (een beter passende Japanse naam kunnen wij ons niet indenken) president van TAKASHIMAYA krijgt het forum om de syndicalisten van UNI toe te spreken.


Takashimaya is een warenhuisconcern in de huishoudsfeer en blijkt het eerste concern te zijn in Japan dat een mondiaal akkoord met UNI ondertekend heeft.

De heer Suzuki onderstreept het belang van de samenwerking tussen de directie en de medewerkers. Na ondertekening van het kaderakkoord in 2008 werd door de directie en de vakbonden een actieplan ontwikkeld om de medewerkers beter te betrekken bij de bedrijfsvoering. Men streeft naar een onderneming die verbonden is met de klanten, de aandeelhouders en de werknemers. Zijn theorie lijkt verrassend op de ondernemingspraat van bij ons over duurzame onderneming en de 4 P’s (Planet, Person, Profit en Products). Het akkoord mag geen dode letter zijn maar het is duidelijk de bedoeling om het engagement van de werknemers te verhogen. In een land waar 30 % van de werknemers gewoon is aan een 50-urenweek spreekt dit boekdelen.

Uiteraard wordt het element van de stagnerende economie uit de lade gehaald om het belang van serviceverlening aan de klanten en het blijven streven naar groei te benadrukken. Zo geeft hij aan dat de groep in het kader van het toenemend belang van de Zuid Aziatische handelszone een nieuwe vestiging zal openen in Sjanghai in 2012. In een globale economie zijn kaderakkoorden belangrijk. Daar moeten wij niet meer van overtuigd worden. Maar worden in alle vestigingen overal dezelfde sociale standaarden gehanteerd ?

Het is aan de syndicalisten van Takashimaya om dit te beoordelen en de nodige actie te ontwikkelen om het akkoord om te zetten in betere arbeidsvoorwaarden voor alle werknemers van het concern. Dan pas gaan de belangen van het concern en van de medewerkers hand in hand.

Nadat de heer Suzuki geprezen wordt als een patroon met verantwoordelijkheid, verlaat hij zichtbaar opgetogen het podium.


Een congresganger - Alex Buysse

UNI-congres echt uit de startblokken

Om half tien stipt werd met Japanse precisie de officiële aftrap gegeven van de inhoudelijke debatten op het 3e UNI-wereldcongres. Het blijft indrukwekkend dat collega’s werknemers van 335 verschillende bonden uit 78 landen bijeenkomen. “Breek (Duw) Door!” is het motto dat dit internationaal gezelschap bijeenbrengt en zal bezielen de komende dagen.

Alle moeilijkheden die het dagelijks vakbondwerk met zich meebrengt - in sommige landen zelfs met risico van eigen leven - komt op dit congres aan bod gekoppeld aan een oproep tot verbetering. In alle landen, zij het met verschillende impact, heeft de crisis toegeslagen. Zoals bij ons wordt door overheden en bedrijven overal ingehakt op werknemersrechten. Werkgevers zien de weg vrij om werknemers en vaak ook hun organisaties opzij te schuiven en hopen zo, tot eigen meerwinst, een sociale kaalslag te organiseren. En toch zijn de tussenkomsten geen crisisklaagzangen. Integendeel, het zijn stevige en hoopvolle actiegerichte boodschappen. Ervaringen van bonden uit Korea, Portugal, Frankrijk, Japan, Brazilië, Egypte, Nieuw-Zeeland, Maleisië en andere dichtere of verdere landen worden – met een tijdlimiet van 5 minuten – toegelicht en door tolken in 12 talen vertaald. De ene boodschap is al beeldrijker dan de andere en de strijdvaardigheid varieert ook al eens op de syndicale schaal van Richter maar steeds is er het syndicale geloof dat de basis vormt. Initiatieven voor en met jongeren, sporters, schoonheidsspecialisten, informatici, winkel- en bankbedienden, callcenterwerknemers… van overal luidt hun hoopgevende boodschap. Niet op een naïeve manier, wel enthousiasmerend en aanstekelijk. “Ja, we kunnen doorduwen… als we willen”, het is de strekking die hier ruim de overhand haalt.

Koreaanse deelneemster
Meer dan 2.000 congresaanwezigen op korte tijd te eten geven, het vergt wel wat voorafgaande voorbereiding. De inzet van honderden vrijwilligers, jonge syndicale enthousiastelingen, doet ook deze culinaire opdracht feilloos verlopen. De break is welgekomen waarna het tijdschema weer perfect wordt opgevolgd voor de namiddagzitting.

Je zou een beetje en heel even wensen dat er wat werkgevers sluiks aanwezig zouden zijn. Kwestie van af en toe die patronale flank wat te ontmoedigen. Het internationale vakbondswerk is duidelijk niet in de hoek gekropen, voor zover het er de afgelopen jaren al ooit zou in gezeten hebben. Van hoeken gesproken. Bij economische crisis dreigen vrouwen als eersten te belanden in de hoek waar de klappen vallen. Stevig weerwerk daartegen werd tijdens de aan het congres voorafgaande vrouwenconferentie al geboden. Eén van de eerste moties die op het congres werd goedgekeurd betreft het ambitieuze plan om tegen 2014 de UNI-beslissingsstructuren flink te vervrouwelijken. Een 40 % garantieregel werd daartoe aangenomen. Justine Assango van Senegal deed een spraakmakende tussenkomst ter ondersteuning van deze verdeelsleutel. In haar land worden de problemen in de dorpen of gemeenschappen besproken door een zgn. groep van wijzen, bestaande uit alleen maar mannen. Als het wat moeilijk wordt moet de befaamde nacht “raad brengen”. Eigenlijk een alibi om te zorgen dat ’s nachts de vrouwen hun nachtlicht over het probleem laten schijnen. De oplossing is er dan wonder boven wonder telkenmale de ochtend nadien. Een beeldspraak met vermoedelijk flink wat waarheid

UNI-vrouwen aan het woord
Ook internationale organisaties hebben middelen nodig om de vele opdrachten te vervullen. Vermits de hoogte van de bijdragen door het congres moeten worden vastgelegd, dient op zo’n congres telkens 4 jaar vooruit te worden gekeken. De lidmaatschapsbijdrage maar ook de creatie van solidariteitsfondsen ter ondersteuning van projecten in diverse landen werd vastgelegd en bekrachtigd. LBC-NVK is met 169.927 leden aangesloten bij UNI en heeft de afgelopen jaren al bijdragen geleverd voor steunfondsen en projecten. We laten niet na om onze ambities daaromtrent ook nog even in de verf te zetten.

partner LBC-NVK in Maleisië
Om 19 u. worden we met de voltallige delegatie verwacht op een uitgebreide receptie. De stad Nagasaki biedt ons dit aan. De UNI-aanwezigheid is de stad duidelijk niet ontgaan.

Hierna heb ik nog een informeel contact met vertegenwoordigers van het UNI-departement dat de internationale projecten coördineert (SCORE) in een restaurtant dat laat open is naar Japanse normen. D.w.z. tot half twaalf 's nachts. Ook hier kom ik weer geestdriftiger buiten dan ik er binnenkwam, en neen dit heeft niets met het fijne geserveerde voedsel te maken. Ervaringen van wat we samen kunnen doen en wat we met onze kennis en bijdragen kunnen leveren voor collega’s in minder fortuinlijke regio’s, ze blijven begeesteren. Ook daar dienen congressen en contacten in de wandelgangen voor.

Ferre Wyckmans - Algemeen secretaris

In de wandelgangen van het congres - Japanners aan het woord

Een van de charmes van een internationaal vakbondscongres zijn de toevallige ontmoetingen in de wandelgangen, in het hotel, op de tram, in een winkel.
Het zijn boeiende puzzelstukken die je blik verruimen, vooroordelen doorbreken of gewoon leuk zijn.

Een van mijn vooroordelen over Japanners was dat ze erg gereserveerd zijn en niet makkelijk contacten leggen. Niets is minder waar. Ze zijn niet enkel erg vriendelijk en gedienstig maar ook nieuwsgierig. Op de tram raakte ik aan de praat met een jongeman die sinds een paar jaar in een verzekeringsmaatschappij werkte. Ik vroeg hem of jongeren in Japan snel zelfstandig kunnen wonen wanneer ze beginnen werken. Mij is het gelukt, zei hij. Maar dat kan enkel als je een baan vindt bij een grote onderneming die je huur betaalt. Hij heeft een universitair diploma en verdient bruto een kleine 2000 euro per maand. Hij was erg geïnteresseerd in de situatie van jongeren in België. Vooral de 38 urenweek leek hem een droom. Hij werkt zo’n 50 uur per week. De theoretische werkweek is 44 uur maar als je carrière wil maken moet je van grotere inzet getuigen. Het bedrijf betaalt de huur van zijn flat. Met zijn loon zou hij dat niet kunnen betalen. Wat gebeurt er wanneer hij zijn job zou verliezen? Dan is hij ook zijn flat kwijt. Nog andere voordelen binden hem aan het bedrijf. Na enkele jaren anciënniteit zal hij recht hebben op een ziekteverzekering betaald door de firma en op waardebonnen voor ontspannende activiteiten. De vraag is of hij tijd zal hebben om ze te gelden te maken. Misschien vervoegt hij binnenkort de groeiende groep van Japanse werknemers die lijden aan hartkwalen, psychosomatische klachten en depressies, veroorzaakt door werkstress. En dat is geen vooroordeel.


Een babbel met een jonge Japanse vakbondsvrouw tijdens een theepauze vervolledigt het plaatje. Ze werkt in een supermarkt waar enkel jonge vrouwen werken. De lonen balanceren op de armoedegrens. Haar werkdag telt 12 uur maar een uur of twee daarvan is vakbondswerk. Ze hebben slechts één week vakantie per jaar en daarnaast de wettelijke feestdagen. De jaarlijkse vakantie is niet wettelijk geregeld; zwakkere sectoren hebben minder vakantie. Ik vraag haar of ze een vriend heeft en van plan is om kinderen op de wereld te zetten. Ze lacht en zegt nog te willen wachten want ze doet haar job en vooral haar vakbondswerk erg graag. Het zwangerschapsverlof is in Japan maar 8 weken: 4 weken voor en 4 weken na de bevalling. Als je borstvoeding wil geven moet je onbetaald verlof nemen. Dat kan enkel als je partner een goed loon heeft. Als je binnen de twee jaar het werk hervat moet het bedrijf je opnieuw tewerkstellen. Vaak ben je verplicht om deeltijds te gaan werken, in tijdelijke contracten te stappen, voor een lager loon of meer flexibel te werken. Meer dan de helft van de Japanse vrouwen zit in zogenaamde a-typische jobs. Eén op vier mensen met een job is arm. Daarom stellen veel koppels hun kinderwens uit. De bevolking van Japan vergrijst aan een snel tempo. Dat stelt problemen voor de pensioenen en voor de economie. De vakbondsvrouwen gebruiken die realiteit nu als argument om te strijden voor een beter evenwicht tussen werk en privé. En de vakbonden stellen in verschillende sectoren de eis om tijdelijke werknemers een regulier contract van onbepaalde duur te geven.

Marijke Persoone - Adjunct Algemeen Secretaris.

woensdag 10 november 2010

Breaking Through - dag 1 van het congres

Het 3e Wereld Congres van UNI,  de mondiale dienstenvakbond, gaat van start. Meer dan 2000 aanwezigen woonden de openingsceremonie bij in het Nagasaki Prefectural Gymnasium.


 
 







Diverse hoogwaardigheidsbekleders verwelkomen en spreken dit Congres toe. Een heuse lijst van niet minder dan 8 sprekers waarvan ik jullie de namen en de samenvatting bespaar. Gelukkig werden de speeches afgewisseld met een vleugje cultuur die het geheel bijzonder verteerbaar maakten. Van opera tot percussie , over een zangkoor tot frisse beeldmontages en een plaatselijke drakendans. Een fijn uitgebalanceerd geheel om het Congres met de ronkende titel ‘Breaking Through” op gang te schieten.

Het trauma van de bom op Nagasaki in augustus 1945 proef je in elke openingstoespraak alsof het allemaal pas gisteren gebeurde. Ik had ’s morgens het Atomic Bomb Museum bezocht en het leek alsof de museumsfeer werd doorgetrokken in het Congres. De stad Nagasaki is de trekker van het netwerk van burgemeesters voor vrede waarvan ongeveer 350 Belgische burgemeesters lid zijn. Ze willen tegen 2025 alle kernwapens uit de wereld bannen. UNI Global Union schuift daar bijna naadloos zijn syndicale boodschap mee in. De strijd tegen verdrukking, het gevecht voor vakbondsvrijheid en collectief overleg en waardig werk voor iedereen. Het komt er haast in 1 adem uit want het zijn stuk voor stuk wensen voor vrede en een waardig bestaan.

De openingsceremonie werd afgesloten door een Japanse militante van 23 jaar die werkt bij de post. Ze kwam getuigen over haar vakbondsengagement dat 4 jaar terug startte. UNI illustreerde hiermee met welk dynamisme we hoop, perspectief en geloof in een betere wereld moeten uitdragen. Het was hartverwarmend te zien en te horen hoe een jonge vrouw in simpele woorden haar vakbondsbeleving kwam vertellen aan de wereld. Eenvoudig maar direct en hartelijk.

Japanse vrijwilligers

Ook de gemiddelde leeftijd van de zowat 200 Japanse vrijwilligers, die mee instaan voor de logistieke ondersteuning, ligt zeker beneden de 30 jaar. Stuk voor stuk mensen die speciaal voor dit UNI-Congres Engels leerden om ons te woord te kunnen staan en ons te kunnen gidsen in luchthavens, stations en langs de weg. Dit kan tellen als enthousiast engagement.

Hun enthousiasme klopt ook met het straatbeeld dat je ervaart. Je ziet glunderende en hippe jonge mensen vol levenslust waarvan je stilletjes hoopt dat ze een mooie toekomst voor zich hebben .

Je weet dat het niet voor iedereen zal kunnen. Hoe ouder het publiek, hoe bleker en schraler de gezichten worden. We rijden veel met de tram door de stad en de gezichten spreken boekdelen. We mogen niet te sterk veralgemenen want er zijn ook ouderen die nog happy lijken maar toch niet in verhouding tot het jongerenpubliek. Ik vrees dat dit toch wat te maken heeft met de wijze waarop de Japanse samenleving in elkaar steekt . Dwangmatig uitvoeren wat je wordt opgelegd en vooral niet afwijken van je taakbeschrijving. Dit moet gewoon afstompen. Je krijgt er de gekste situaties. Begeleiders in de kabellift blijven bijna als een bandrecorder tekstjes afdrammen waarvan ze weten dat het geen zin heeft als alleen een stel Belgen in de cabine zitten. Toch doen ze het ….want zo moet het.

Ook het knikken en buigen maakt je na verloop van tijd wat nerveus. Het is allemaal zo dwangmatig en een pak jobs lijken ook zo geestesvernietigend. Iemand die je waarschuwt voor een drempel, iemand die je bonnetje knipt, iemand die je geknipte bonnetje controleert en dan iemand die je waarschuwt dat je bij het instappen je hoofd niet mag stoten. Er rijden ’s nachts ook 50 keer te veel taxi’s rond want het gros staat gewoon verveeld langs de weg. Het zijn uiteraard maar indrukken maar waar je aanvankelijk de vriendelijkheid en de dienstbaarheid als schitterend ervaart, begin je na een paar dagen wel te twijfelen of dit allemaal zo authentiek en gezond is.

Enfin, het is leuker als men buigt en vriendelijk is dan als men je zou toeroepen maar er schuilt een systeem achter dat me niet zo prettig lijkt. Als buitenlander heb je een overwegend aangenaam gevoel bij zoveel gedienstigheid en orde. Het is een zeer sterk georganiseerde samenleving met veel discipline en respect. Nog nooit eerder zag ik zo een propere stad, proper openbaar vervoer, geen graffiti op muren of gevels, weinig of geen politie te zien, weinig criminaliteit… Misschien is Nagasaki ook niet de norm voor Japan maar je voelt je hier absoluut veilig.

Zo, een geslaagde Congresopening, die goesting oplevert voor de komende congresdagen. Zo hoort het ook want om met de gevleugelde uitspraak van Hugo Vander Elst te eindigen”….als je toch iets doet kan je het beter even goed, goed doen” (!?!?)

Ook binnen onze LBC-NVK-groep hanteren we een ijzeren discipline in de taakverdeling. Hugo moet elke dag zorgen voor een gevleugeld uitspraak waar hij tot nog toe probleemloos in slaagt. Nogal wat Japanners lopen hier rond met een monddoekje omdat ze zelf verkouden zijn of vrezen geïnfecteerd te worden door anderen. Op de suggestie van iemand om ook eens zo’n stel monddoekjes te kopen suggereerde Hugo dat die misschien ook wel ergens tweedehands te verkrijgen waren…….en zo halen we dan weer de volgende dag !

Tot de volgende.

Stefaan Decock – nationaal verantwoordelijke financien.

maandag 8 november 2010

Impact van oorlogsgeweld en de crisis op het leven van vrouwen

De tweede dag van de vrouwenconferentie begon met een reeks getuigenissen uit alle hoeken van de wereld over hoe de crisis het leven van vrouwen heeft beïnvloed.


Sylvia uit Zambia, actief in de vakbond van de financiële sector vertelt dat veel bankbedienden hun job hebben verloren door de financiële crisis. Niet zij die onverantwoorde financiële risico’s hebben genomen werden ontslagen. Wel de loketbedienden, meestal vrouwen. Ook uit Korea, Groot-Brittannië en andere landen horen we verhalen over banken die ingrijpend herstructureren en de financiële crisis aangrijpen om te besparen op personeel. In Zambia heeft de vakbond nu meer problemen dan vroeger om vrouwen voor de vakbond te winnen, want actieve vakbondsleden stonden bovenaan de ontslaglijsten. Veel van de ontslagen vrouwen zijn kostwinner. Daarom heeft de vakbond nu een nieuwe dienst opgericht om vrouwen te steunen die een zaakje willen opstarten in de informele sector. Ze hebben weinig andere alternatieven als ze hun gezin willen onderhouden.

Bedrijven en overheden moeten breken met de idee dat vrouwen enkel uit werken gaan om het gezinsinkomen aan te vullen. Heel veel vrouwen zijn wereldwijd de enige kostwinner. Dat is een stelling die ruim wordt gedragen.

De congresdeelneemsters uit Zuid-Europa en Groot-Brittannië klagen aan dat hun regeringen op een brutale manier snoeien in sociale en openbare dienstverlening. Dat heeft als gevolg dat zorgtaken en kinderopvang weer veel meer op de schouders van vrouwen terechtkomen. Ze stoppen tijdelijk met werken of beginnen noodgedwongen deeltijds te werken. En benadelen zo zichzelf op lange termijn. In Spanje zijn meer dan 30% van de jonge vrouwen werkloos. Wanneer ze voor een tijdje stoppen met werken geraken ze niet meer opnieuw aan de slag. Bovendien zullen die jonge vrouwen later ontzet vaststellen dat ze geen leefbaar pensioen hebben door hun onderbroken loopbanen of deeltijdse tewerkstelling. Zo worden nieuwe discriminaties in het leven geroepen. De Franse collega’s vertellen hoe zij in de mobilisatie aan bewustmaking daarover hebben gewerkt. Vrouwen en jongeren waren juist daarom zeer talrijk aanwezig op de betogingen tegen de pensioenhervorming.

De Afrikaanse vrouwen brengen krachtige verhalen van moed en verzet. Afrika wordt gewurgd door de voedsel- en energiecrisis die zich ontwikkelt in de nasleep van de financiële crisis. Het gebrek aan sociale bescherming doet de armoede schrikbarend toenemen. Door hun traditionele zorgende rol hebben de Afrikaanse vrouwen een sterk overlevingsmechanisme ontwikkeld, zelfs in uitzichtloze situaties. Vele mannen hebben niet datzelfde verantwoordelijkheidsgevoel. Dat leidt vaak tot hevige conflicten in de families. Vakbonden moeten vrouwen steunen om zich op collectieve basis te organiseren. Ze bedanken UNI voor de steun en roepen op om onze internationale slagkracht te vergroten, zodat we in staat zijn het systeem te veranderen dat crisissen afwentelt op de zwakste landen en op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

talrijke Japanse vrijwilligers leiden het congres in goede banen

Justine van Kameroen parafraseert Sartre. We moeten als vrouwen verantwoordelijk zijn voor de wereld, door onze manier van zijn. We moeten uit de slachtofferrol stappen. We moeten analyseren wat verkeerd gaat. We moeten het geloof en de attitude ontwikkelen om de systemen die verdrukken te willen veranderen. “Pas seulement analyser, mais transformer!” Hun tussenkomsten worden afgesloten met zang en dans. Meer dan woorden alleen is dit het leven vieren en de kracht van verbondenheid.

Latijns-Amerikaanse deelneemsters laten ons delen in scherpe analyses en hoopgevende verhalen. Het is niet juist om te spreken van een financiële crisis, vinden ze. Dat wekt verkeerdelijk de indruk dat zo’n crisis kan geremedieerd of voorkomen worden door enkele ingrepen in de financiële mechanismen. Niets is minder waar. De crisis is veel dieper. Voor de werkende bevolking in Latijns-Amerika is het al veel langer crisis. De aanpassingsprogramma’s van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hangen hen al tientallen jaren als een molensteen om de hals. Dat systeem waarin alles moet wijken voor steeds meer winst is op zijn eigen grenzen gebotst. Om uit het dal te kruipen worden de kosten schaamteloos afgewend op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Gelukkig zien we de laatste jaren een positieve kentering. De armen komen op straat en maken een vuist tegen onrecht. In verschillende landen van Latijns-Amerika zijn ze erin geslaagd politieke leiders te verkiezen die hun beleid afstemmen op de noden van de bevolking. De Braziliaanse vakbondsvrouwen zijn gelukkig met de recente verkiezing van hun eerste vrouwelijke president.

En een Argentijnse spreekster nodigt ons uit onze geesten vrij te maken om over een nieuw economisch en politiek model na te denken. Ons model van een samenleving waarin mensen zorg dragen voor elkaar, ons model waarin vrouwen volwaardig deelnemen aan de besluitvorming , ons model van vrede en gerechtigheid.

Si se puede! Yes we can!

De namiddag van de tweede dag stonden we stil bij de situatie van vrouwen in oorlogsgebied.


Het begon met een erg pakkende getuigenis over de meest afschuwelijke vormen van seksueel misbruik in Congo. Louise, een Congolese vakbondsvrouw beschrijft gedetailleerd, haast zakelijk, wat vrouwen in haar land dagelijks meemaken. Het is muisstil in de zaal. Ze beschrijft de verschillende soorten verkrachtingen. En hoe ze systematisch worden gepland. Hoe ze deel uitmaken van de militaire strategie. Zelfs heel jonge meisjes en oude vrouwen worden niet ontzien. De soldaten zeggen tegen de vrouwen die ze verkrachten: jullie onderhouden de mannen die ons doden, daarom zijn jullie onze vijanden. Verkrachting wordt ook gebruikt als wapen tegen vrouwen die actief zijn in de verdediging van de mensenrechten. De fysieke en psycho-sociale gevolgen voor de vrouwen en hun familie zijn niet te overzien. De verkrachte vrouwen durven vaak geen medische of rechterlijke bijstand zoeken uit schrik om door hun gemeenschap verstoten te worden. Straffeloosheid heerst.

Annick en ik kijken ongemakkelijk naar mekaar. We zijn niet de enige met een krop in de keel. Wij kunnen het hoofd niet afwenden van zo’n ongemene brutaliteit. Wij moeten de stilte breken.

Het is dringend nodig om meer effectieve strategieën te ontwikkelen om het geweld tegen vrouwen en kinderen in oorlogssituaties te stoppen. De Verenigde Naties moeten een einde stellen aan de straffeloosheid door die gewelddaden tegen vrouwen te herkennen als misdaden tegen de mensheid. Louise vraagt alle UNI-vakbonden om daar bij hun regeringen op aan te dringen. Dat we mee stem zouden geven aan de vrouwen en kinderen die dag in dag uit leven onder de terreur van de angst en de vernedering, dat is haar oproep. Ze krijgt een lang en warm applaus.

Vrouwen uit Mozambique, Zuid-Afrika, Columbia, brengen even schrijnende getuigenissen. Ze roepen samen op om niet te blijven steken in het delen van de pijnlijke verhalen, maar om wereldwijd actief te mobiliseren voor vrede.

Mercedes uit Spanje sluit de rij spreeksters af met een oproep tot de syndicalisten uit de westerse landen om de oorzaken van al die oorlogen te benoemen. Strijd om olie, strijd om water, strijd om voedsel, strijd om economische en politieke macht; het maakt allemaal deel uit van het onmenselijke economische systeem dat crisissen veroorzaakt, met de gevolgen die we deze morgen hebben beschreven. We zullen het geweld niet stoppen als we niet ten gronde daarover nadenken.



Bijschrift toevoegen

Aan het einde van een heel intense en beklijvende vrouwenconferentie werden de vrouwen in de leidende functies verkozen. De voorzitster, Denise Mcguire, vatte tot slot de belangrijkste moties samen die door de vrouwenconferentie zullen worden ingebracht in het congres dat morgen van start gaat. Ze bedankte de vele jonge Japanse vrijwilligers die de organisatie mee hebben gedragen. Sommigen onder hen hadden speciaal daarvoor een spoedcursus Engels gevolgd. En toen gaven de Aziatische vrouwen de UNI-vlag door aan de Afrikaanse vrouwen die binnen 4 jaar de conferentie in Zuid-Afrika zullen organiseren. Ook dat was een emomoment met een zeer mooi lied en veel warme knuffels.



Marijke Persoone







zondag 7 november 2010

Bezoek aan het Atoombom museum van Nagasaki

Wie “Nagasaki” zegt of hoort en een beetje historisch gevoel heeft, legt meteen de link met een atoomaanval. Nagasaki heeft de zeer twijfelachtige eer de tweede (Japanse) stad te zijn, na Hiroshima, die door een Amerikaanse atoombom werd vernietigd. Bijna 150.000 doden, waarvan 73.884 onmiddellijk en nog eens 74.909 de periode er snel op volgend, is de intrieste balans. Een balans die als eeuwige schandvlek in het nadeel uitslaat van de geallieerden van weleer. Geen vergissing en vanuit militair strategisch oogpunt absoluut geen noodzaak. Voor zover “militaire strategie” en “noodzaak” al in één zin zouden kunnen worden vermeld. Op 9 augustus om exact 11:02 u. werd Nagasaki zo goed als van de kaart geveegd én voor eeuwig in de geschiedenis opgenomen. De politiek en militair verantwoordelijken argumenteerden dat deze bom uiteindelijk de levens van 10.000-en Amerikaanse soldaten heeft gered. Een bewijs dat enkel en alleen uit het absurde kan worden geleverd.


Een bezoek aan het in 1996 geopende “Nagasaki atomic bomb museum” laat je niet onberoerd. De erin ondergebrachte permanente tentoonstelling over de militair-politieke voorbereiding, uitvoering en gevolgen laat sporen in mijn gevoel na, en ik ben echt niet de enige. Schokkend te weten dat bijna 2 jaar voor de aanval er in het geheim beslist werd dat Japan zou gebombardeerd worden en dit zonder voorafgaande verwittiging. Een uraniumbom, die uiteindelijk Hiroshima’s lot bepaalde en een plutoniumbom, die op Nagasaki terechtkwam. Schokkend te vernemen dat er voorafgaandelijk een dodelijke longlist van Japanse steden werd opgemaakt (Tokyo stond daar ook op). Uiteindelijk werd het lijstje om mij niet klare redenen gereduceerd tot een shortlist van drie steden. Dat Nagasaki uiteindelijk toch op die 9ste augustus werd getroffen was het rampzalige gevolg van het feit dat eerst de wolken het bomdroppen onmogelijk maakte, maar dat opklaringen uiteindelijk het pleit in het nadeel van de stad deden uitdraaien. Hoe zeer zou je nu 65 jaar later de inwoners van Nagasaki retroactief hondeweer willen toewensen.

In aangrijpende beelden en nog schokkender restanten van die verdoemde aanslag wordt een beeld gecreëerd van de letterlijk alles vernietigende effecten van wat in militaire kringen de “Fat Man” (de dikke) werd genoemd. Meedogenloosheid is waarschijnlijk slechts te handhaven met hetzij immense slechtheid of relativerende zogenaamde schamperheid. Onmogelijk om met even grote ingrijpendheid een woordelijk verslag te geven van wat je ziet en leest. Toch één artefact dat ik even uit de vitrinekast wil halen. Jaren na de aanval rooide een man, destijds getroffen door glasscherven over vele delen van zijn lichaam, een eik. In de kern van die eik bleek een porseleinen stuk van een bord of kop te steken. Van buiten niet te zien en door de jaren heen door de eik omgroeid met gezond eikenhout. De man schonk het stuk boom, waarin je de scherf ziet zitten, aan het museum. Zijn boodschap: “ik wil het stuk boom laten getuigen. Ik voel mij ermee verwant, want ik heb hetzelfde meegemaakt”. Bomen en mensen, dezelfde wonden hebbend, een sprakeloos makend bijschrift. Ik zal nooit meer aan Nagasaki kunnen denken zonder dat beeld voor ogen en die boodschap van twee slachtoffers.

Ferre Wyckmans - Algemeen Secretaris

zaterdag 6 november 2010

Vakbondsvrouwen aan het woord

Eindelijk is het zover! Na 24 uur reizen en een dagje acclimatiseren in Nagasaki, begint voor Marijke en mij de conferentie van UNI Women World die van 6 tot 7 november plaats vindt. 440 vakbondsvrouwen uit gans de wereld en actief in de dienstensector zitten samen om de beleidslijnen van UNI Women (vrouwenwerking van de mondiale dienstenvakbond) te bespreken. Ongelovelijk dat sommige vrouwen uit Latijns-Amerika zelfs 3 dagen onderweg zijn geweest om aan dit evenement deel te nemen. De ervaring die al deze vrouwen meebrengen uit hun land is ongelovelijk. Veel kan van elkaar geleerd worden!





Eén van de thema's op de agenda van vandaag was migratie en vrouwenhandel. Getuigenissen van vrouwen uit Ghana, Nepal, Senegal,... blijven aan je vel plakken. De impact van migratie op het leven van een vrouw is enorm en vaak groter dan bij mannen. Slechte arbeidsomstandigheden maar ook misbruik in alle vormen maken van de vrouw eerder een handelswaar dan een mens. De Ghanese vakbond probeert dit aan te pakken door  aan vrouwen die willen migreren actief informatie te geven over de documenten die ze nodig hebben, sollicitatieprocedures, onethische wervingspraktijken,... In Peru gaat de vakbond een trainingscentrum opzetten voor taallessen en het aanleren van bepaalde vaardigheden. Ook Westerse vakbonden proberen mee te werken aan het organiseren van deze migranten. Onze eigen vakbond probeert samen met Alliance of Health Workers - onze Filipijnse partner in de gezondheidssector - migrerende verpleegsters zowel in het thuisland als het ontvangstland bij de vakbondswerking betrekken en vooral ook informeren over hun rechten.

De conferentiezaal is het volmondig eens over de actieve rol die we als vakbonden de komende jaren op dit terrein moeten spelen. Migranten moeten een gezicht krijgen en deel uitmaken van het vakbondsleven. Samen met hen moeten we in onze onderhandelingen met werkgevers en ook overheden opkomen voor hun rechten!

Met vrolijke gezangen sloten de Zuid-Afrikaanse vakbondsvrouwen de eerste dag af van deze vrouwenconferentie. Zelf ben ik alvast benieuwd naar wat morgen komen gaat.





Maar nu in mijn bed want hier is het ondertussen al middernacht geworden. 

Oyasuminasai! 

Annick Aerts - medewerkster internationale dienst
Marijke Persoone - adjunct-algemeen secretaris