donderdag 3 april 2014

Handen af van het actierecht


Alleen totalitaire regimes miskennen dat recht

 
Het recht om via acties druk te leggen op werkgevers of beleid om voorstellen, bedreigingen of beslissingen te beïnvloeden is een democratisch recht. Alleen totalitaire regimes miskennen dat recht en bestrijden dat met repressie van juridische bedenkelijk allooi of met pure fysieke macht. Een democratische rechtstaat hoedt zich ervoor om dat recht met lichtzinnige maatregelen of dreigementen van welke aard dan ook te grabbel te gooien. De zorg om dat recht te vrijwaren mag en moet groter zijn dan het bestrijden van de economische of andere gevolgen van actie.

Zelfs juridische beslissingen, ook en uitgerekend in een rechtstaat, staan niet boven alles. De scheiding der machten, de wetgevende macht (parlement), de uitvoerende macht (regering) en de juridische macht (rechters) plaatst de ene per definitie niet boven de ander. In ieder geval is het niet zo dat “de rechter heeft bepaald” een op zich voldoende argument is om elke actie meteen als onwettelijk of ongegrond te verklaren. Dat is nochtans de redenering die burgemeester De Wever hanteerde in zijn veroordeling van de acties van de foorkramers die zich van hun vertrouwde Sinksenfoorplaats verstoken zagen. Als deze redenering door wordt getrokken is alles toegelaten of verboden, tenzij de rechter bepaalt dat het niet of wel is toegelaten. Zo organiseer je geen samenleving.

Niet de plaats van de Sinksenfoor is onze syndicale zorg. Wel het dreigement dat werd geuit dat bij een volgende foorkramersactie mogelijk het leger zou worden ingezet is een piste die heel ver over de grens van de democratische welvoeglijkheid gaat. Het leger heeft in deze geen enkele opdracht. Niet op noch naast de foor.
Het militariseren van actiebestrijding is kenmerkend voor totalitaire regimes, het is dan ook echt onbegrijpelijk dat zelfs de verwijzing naar die eventuele mogelijkheid nog maar bedacht wordt. Foorkramers, marktkramers, winkeliers, werknemers… wat mij betreft militairen én politici hebben het recht om hun ongenoegen duidelijk, luidruchtig of serener, op straat of binnenkamers kenbaar te maken.
Toen Front National kamerlid Laurent Louis, Premier Di Rupo van pedofolie beschuldigde verlieten de meeste parlementairen hun werkplek. Ik was blij vast te stellen dat Open VLD-er Bart Somers daar, met recht en rede, de aanstoker van was. Als werknemers onaangekondigd en meteen hun werkplaats verlaten heet dat staking, een wilde staking zelfs. Ik heb nadien niemand horen janken dat de procedures van actie-aanzeg niet gerespecteerd waren en nog minder heb ik weet van het feit dat er financiële sancties volgen voor dit wilde werkverzuim. Dus naast het kenbaar maken van zijn of haar visie en ongenoegen, heeft iedereen het recht om dit te ondersteunen met actievormen, het geweld op burgers uitgesloten.

Als vakbond hebben we ervaring met actie. Van betogen tot het neerleggen van het werk, dat is staken. In ons sociaal overlegsysteem is het overleg om acties te vermijden zo niet de essentie, dan toch een flink deel van de praktijk. Maar soms behoort het ongenoegen of de onvrede krachtdadiger, dat is niet hetzelfde als gewelddadiger, dan het overleg te zijn. De forsing voeren via acties hebben verworvenheden als het algemeen stemrecht gerealiseerd. En nogal wat werknemersrechten zijn er niet gekomen omdat er aan de onderhandelingstafel zo goed geargumenteerd en geluisterd werd.
Acties tot en met stakingen horen tot de sociaaleconomische overlegdemocratie. Dat een Senaatscommissie bij meerderheid oordeelt acties bij openbare diensten of publieke bedrijven “wettelijk” te beperken is een democratische aanslag. Niet omdat er een wisselmeerderheid bij te pas kwam, dat op zich is juist het bewijs van de scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht. Wel omdat het een aanzet wordt van ‘politieke’ of ‘rechterlijke’ beoordeling van acties of actievormen. Dat is een maatregel die niet in verhouding staat tot het beoogde doel.
Bovendien zal dezelfde redenering binnen de kortste keren worden gehanteerd en uitgebreid naar andere dan publieke bedrijven. Vanuit zogenaamd concurrentiële overwegingen zullen privébedrijven oordelen dat ze dezelfde rechten mogen claimen als de Post, Belgacom, de NMBS, stads- en gemeentediensten enz… niet in het minst omdat flink wat van de openbare dienstverlening al werd geprivatiseerd.

Daarom roept LBC-NVK alle politiek verantwoordelijken op om hun rol als eerste bewakers van alle democratische rechten ter harte te nemen. En dus geen actie-inperking goedkeuren die indruist tegen de essentie van de democratie zelf.

 
Ferre Wyckmans
Algemeen Secretaris LBC-NVK