maandag 28 februari 2011

Militantenconcentratie LBC-NVK - CNE groot succes



De militantenconcentratie op de Kunstberg in Brussel was een groot succes. Ruim 4000 militanten togen naar Brussel, verzamelden op de Kunstberg en zakten later af naar de Nationale Bank waar een aantal grote bedrijven met dito winsten op de korrel werden genomen.



We brachten zoveel militanten op de been met de boodschap dat de werkgevers écht wel beter kunnen. We willen in plaats van borrelnootjes een fatsoenlijke loonsverhoging en een degelijk statuut voor alle werknemers.

vrijdag 25 februari 2011

Werknemers moeten Europa van antwoord dienen

Het is moedig om te strijden voor politieke vrijheid en komaf te maken met regimes die hun bevolking onderdrukken en alleen maar denken aan hun eigenbelang. De mensen in Tunesië, Egype, Jemen en Libië maken een heel grote indruk. In hun strijd voor de vrijheid zetten ze hun eigen leven op het spel en riskeren ze te worden vervolgd. Ze vechten zonder wapens en alleen met hun eigen trots en de overtuiging dat het anders kan en moet.

In vroegere tijden, soms nog niet zo heel lang geleden, moesten onze voorouders ook een dagelijkse strijd voor het bestaan voeren. Er is een toenemend aantal Belgen – Vlamingen, Walen en Brusselaars – die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Ook de burger- en werknemersrechten die wij kennen zijn er gekomen dankzij een strijd. Geen enkel recht werd burgers of werknemers ooit in de schoot geworpen. Alleen al om die reden is het een heilige plicht om die verworven rechten te verdedigen.
Het is beschamend genoeg dat je als ‘oubollige conservatief’ wordt bestempeld als je opkomt voor het behoud van rechten en verworvenheden.
Wie zoiets zegt, beledigt de vakbondsactivisten van vroeger en nu.

Oude wijn

In de handen van ‘de vernieuwers’ blijft niets nog heel. Geen recht is nog verzekerd als de begrippen ‘flitsend’ en ‘modern’ onze sociale reglementering gaan bepalen. Maar eigenlijk gaat het om oude wijn in nieuwe zakken. Wij kennen die verpakking. De maskerade van de vernieuwing die moet verdoezelen dat er aan sociale afbouw wordt gedaan.
Even het rijtje aflopen:

• de automatische indexering van de lonen en de sociale voorzieningen: ‘oude brol’ waar het nieuwe Europa niet meer wil van weten;
• werknemers beschermen tegen ontslag: een aanslag op de vrije markt en een obstakel voor economische vooruitgang;
• het brugpensioen: een onbetaalbare hangmat voor oudere werknemers;
• de werkloosheidsuitkeringen: een belemmering om werk te zoeken;
• het tijdkrediet: een luxe die we ons niet meer kunnen permitteren;
• de democratisering van het onderwijs: een obstakel voor de eigen creativiteit en verantwoordelijkheid. Hogere inschrijfgelden werken selectiever bij de toegang;
• de arbeidstijdregelingen: een rem op flexibiliteit en inzet.

Het zijn een aantal van de opvattingen die telkens opnieuw en steeds vaker de kop opsteken. Met of zonder Belgische regering, met of zonder Europees Parlement. En met een sociaal vernietigende Europese Commissie. De werkgeverslobby beweegt hemel en aarde om haar agenda door te drukken. In plaats van op weerstand stuit ze op veel begrip.

Verkeerde logica

Lijden wij aan achtervolgingswaanzin? Helemaal niet. De aangehaalde pistes en analyses zijn stuk voor stuk te lezen in voorontwerpen van officiële teksten of krijgen hun beslag in nationale programma’s. Op te veel fronten wordt een logica gebruikt die geen ruimte laat voor het sociale. “Als het ons economisch voor de wind gaat, zal het sociale luik wel volgen”, zo wordt geredeneerd. Het ACV weet al meer dan 125 jaar dat zoiets geen automatisme is.
Uit respect voor de vakbondsmensen die ons vooraf gingen en voor onze eigen werknemersbelangen zullen we fors uit de hoek moeten komen. Als we dat niet doen, is weinig of niets van onze rechten nog zeker. Met wat er nu op ons af komt, staat het vast dat de vakbonden eens te meer in een hecht, gemeenschappelijk front moeten opereren. Kortetermijnbelangen moeten we opzij schuiven. In België en in Europa moeten we gezamenlijk diets maken dat het verhaal van sociale afbouw ons absoluut niet zint.

Ferre Wyckmans
Algemeen Secretaris

woensdag 23 februari 2011

28 feb. LBC-NVK en CNE voeren actie voor een beter IPA

  • Aan de vooravond van de sectoronderhandelingen bevestigen we onze wil om vrij over goede lonen te kunnen onderhandelen, in de sectoren en in de ondernemingen. Het kan niet dat enkel de aandeelhouders met de bedrijfswinsten gaan lopen.
  • We blijven strijden voor een beter statuut voor alle werknemers. Een neerwaartse harmonisering kan niet! Korte opzegtermijnen, opzegvergoedingen betaald door de sociale zekerheid, tijdelijke werkloosheid naar goeddunken van de werkgevers, zijn onaanvaardbaar.
  • De toekomstige regering zal meer dan waarschijnlijk met een zwaar besparingsplan op de proppen komen. De Europese Unie, met Merkel en Sarkozy op kop, lanceren een aanval tegen de index, tegen vrije loononderhandelingen en tegen de pensioenen. Vlaamse, Waalse en Brusselse werknemers, wij weigeren samen om de crisis een derde keer te moeten betalen!


    Onze actie
    Voor goede lonen en het behoud van de index - Voor een beter statuut voor alle werknemers- Voor de eenheid van de werknemers tegen de crisis in België en in Europa

donderdag 3 februari 2011

Het tegengaan van sociale afbraak is geen corporatisme

LBC-NVK heeft na ruime raadpleging, en dus niet snel-snel, het ontwerp inter-professioneel akkoord een ruim onvoldoende gegeven. Die afwijzing ging over zowel de koopkracht als over de aangekondigde en door de werkgevers geforceerde studie over de index. Maar ook over de voorstellen voor het werknemersstatuut.


Koopkracht
De koopkracht dus. In 2011 zou er geen enkele ruimte zijn voor een echte koopkrachtverhoging. Die beoordeling zou misschien nog kunnen opgaan voor ondernemingen of sectoren die nog in volle crisis zijn. Maar zo’n algemeen geldende afspraak geldt ook voor al die ondernemingen en sectoren waar de zaken van goed, naar beter tot zeer goed gaan. Het is een beroep doen op een verkeerd begrepen solidariteit van de werknemers. Solidariteit met wie? Helpt “geen loonsverhoging” in een winstgevend bedrijf de inkomenssituatie van collega’s werknemers in andere bedrijven? Wordt het niet incasseren van een loonsverhoging in dat geval geen bod om de aandeelhouders een extra dividend te bieden? Deze solidariteit is niet de onze. Diezelfde redenering gaat op voor de loonsverhoging na de komma (0,3 %) die mogelijk in 2012 zou kunnen worden toegekend.

Index
Van werkgeverszijde wordt betoogd dat er toch al loonsverhoging is als de lonen aan de index worden aangepast. Een indexering van de lonen is geen gewone loonsverhoging, het is de garantie dat de koopkracht niet achteruit gaat. Zonder indexering van de lonen kan er met gelijk loon minder worden besteed. Zonder indexering van de lonen gaan we er dus op achteruit. En dat is zeker voor de binnenlandse consumptie geen goede zaak. Moeten we voor die niet-achteruitgang voortaan dankbaar zijn? De werkgevers hebben in het IPA een studie in 2011 over de loonindexering gesluisd over de indexeffecten van de energieprijzen. Wat is het echte probleem? De energieprijzen in ons land evolueren grilliger en sterker dan in andere Europese landen. Dat is geen indexprobleem. Dat is een probleem van prijzenbeheersing en vooral prijzencontrole. Benieuwd naar de resultaten van die studie, die dus blijkbaar niet gaat gemaakt worden.

Werknemersstatuut
Komen we bij het complexe dossier van de eenmaking van de statuten arbeiders en bedienden. Het is waar, dit dossier sleept al veel te lang aan en er wordt amper vooruitgang in geboekt. En ook wij zijn er van overtuigd dat dat archaïsch onderscheid volkomen achterhaald is. Het is aan geen zinnig mens meer uit te leggen waarom al die verschillen nog bestaan. De kernvraag is hoe dat onderscheid wordt weggewerkt. Wij pleiten voor een harmonisering naar boven. Had er eigenlijk iemand verwacht dat we zouden gaan voor een harmonisering naar beneden? Al snel hoor je dan zeggen: een gemiddelde van de twee. Waarom zou dat moeten? Zijn de werkgevers morgen bereid om voor iedereen een gemiddeld loon te betalen? En geldt dat gemiddelde dan enkel voor de normale lonen van de werknemers (arbeiders en bedienden)? Of gaan ook de directieweddes, de toplonen, de riante bonussen enz… meegeteld worden om dat gemiddelde te bepalen? We durven wedden van neen. Gemiddelde statuten bestaan niet. Er bestaan slechte en goede of betere statuten.

Onze sociaaleconomische geschiedenis draait al 125 jaar volgens het principe van het optrekken naar boven van wat minder is. De arbeidsduur per week werd stelselmatig verminderd omdat er sectoren waren die beter deden dan wat in de minimumregeling was voorzien. Op een bepaald moment klikt men dat nieuwe maximum vast op wat de algemene trend blijkt te zijn. Passen we dat nu eens toe op de ontslagregeling. De opzegtermijnen voor bedienden zijn fors hoger dan deze voor arbeiders. Ondertussen werken er in België meer werknemers met een statuut van bediende dan arbeider. Niet de opzegregeling van de arbeiders moet dan de referentie worden, maar deze van de bedienden. Het is nooit anders geweest in het proces van sociale vooruitgang. Waarom zou dat nu anders moeten. Uit solidariteit? Van wie met wie? Werkgevers vragen dat ontslagen bedienden solidair zijn met ontslagen arbeiders. Het heet onrechtvaardig te zijn dat een ontslagen bediende meer krijgt dan een ontslagen arbeider. Volkomen akkoord. Maar volgens de werkgeverslogica moet het ene slachtoffer (bediende) dan maar solidair te zijn met het andere slachtoffer (arbeider).

Wij weten best wat solidariteit is
Wij hebben van werkgevers echt geen les in solidariteit te krijgen. We moeten die les ook niet van rechters krijgen. Zij zijn in principe voor het verdere professionele leven benoemd en kunnen dus niet ontslagen worden. We moeten inzake opzeg die les ook niet krijgen van de politiek. Ik hoed me uitdrukkelijk voor antipolitiek populisme, maar toch even een zijsprong. De opzegregeling voor parlementairen is redelijk riant en daar zijn met het oog op hun ‘onafhankelijkheid’ redenen voor te bedenken. In de nota van Johan Vande Lanotte staat het voorstel om de opzegregeling voor parlementairen binnen afzienbare tijd vast te leggen volgens de zgn. formule Claeys. Dat is een termijn die flink hoger ligt dan het voor bedienden wettelijke minimum van 3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit. Dat wettelijk minimum zal volgens het IPA overigens met 2% tot 8 % dalen. Gemiddeld genomen komt die formule Claeys overeen met 1 maand per jaar anciënniteit. In het door ons verworpen IPA staat dat én het wettelijk minimum én die formule Claeys zal worden afgebouwd. De opzeg voor parlementairen à la Vande Lanotte is er nog lang niet… maar men wil dus voor parlementairen invoeren wat men voor de bedienden wil afschaffen. We mogen hopen dat ook de politiek de pudeur heeft om van de opzeggingstermijnen van bedienden af te blijven.

We hoeven dus het verwijt van corporatisme niet te nemen. We zijn er van overtuigd dat juist het houden van het huidige referentiepunt van opzeg voor bedienden een goede zaak is voor bedienden en arbeiders. De huidige arbeidersregeling is zo bedroevend en schandalig laag dat de minste uitbreiding ervan als een stap voorwaarts wordt beschouwd. Natuurlijk is dat zo, maar wat in het IPA staat verdient de term vooruitgang niet. Volgens dat IPA zal binnen zes jaar de opzegtermijn voor een arbeider van 5 naar 6 weken toenemen. Dat komt neer op 1 dag extra opzegtermijn per jaar. Is wie dat heeft durven voor te stellen nog als een ernstig ‘sociaal’ onderhandelaar te beschouwen? Alle serieus is dus weg. Dit is een provocatie zonder voorgaande. En van die mensen zouden wij lessen krijgen in solidariteit. No way!

Geen hold-up op de SZ
In het IPA staat al iets over de definitieve regeling bij ontslag. De opzeg zal bestaan uit een deel brutoloon, nu is de volledige opzeg brutoloon. Een tweede deel zal voortaan bestaan uit een nettoloon. Dat betekent dat er geen sociale zekerheidsbijdrage noch inhouding van bedrijfsvoorheffing dient te gebeuren. Goedkoper voor de werkgever, maar wel kostelijker voor de SZ en voor de overheid. Zij missen immers beiden inkomsten. En nog is het niet genoeg. Er zal en forfaitaire premie door de RVA worden betaald, volledig gefinancierd door de SZ. Het resultaat hiervan zal zijn dat ontslag ALTIJD goedkoper zal zijn voor werkgevers dan nu het geval is. En dat in elk geval de SZ inkomsten mist en extra uitgaven moet doen. Een ontslagregeling die dus een hold-up pleegt op de SZ. De SZ zal dus in de problemen komen. En een SZ in problemen leidt tot minder rechten. Heel snel zal worden doorgevoerd wat werkgevers al lang willen: het beperken in de duur van de werkloosheidsuitkeringen. Zo zullen, de solidaire arbeiders en bedienden, hun eigen opzeg financieren. Dit is ronduit pervers. Hier past alleen verzet tegen. Alle werknemers verdienen beter.

Ferre Wyckmans
Algemeen Secretaris LBC-NVK