maandag 27 februari 2012
In Griekenland heeft de sanering een pijnlijk dieptepunt bereikt. De komende jaren dreigen weinig perspectief te leveren voor de gemiddelde Griek. In Spanje worden de beschermende regels van de arbeidsovereenkomsten terzijde geschoven. Langere werktijden en vlugger, goedkoper en makkelijker ontslaan van werknemers is het nieuwe wonderrecept. Bij ons worden de werkloosheidsuitkeringen verminderd en staat de automatische indexering van de lonen pertinent ter discussie. De idee van een ethische minimum-belasting voor vennootschappen wordt als ‘dommemanspraat’ meteen gekelderd. Het bekoren van de economische krachten is de leidraad geworden van alle politieke uitspraken en daden. Dat werknemersrechten daarvoor sneuvelen is allemaal in de prijs inbegrepen.
Wie het waagt om daar enige nuance bij te plaatsen, wie durft om het begrip “verworven sociale rechten” te hanteren is een onverlaat, die onverantwoordelijk¬heid met ouderwetsheid combineert. Verworven sociale rechten zijn uit den boze, verworven fiscale werkgeversrechten daarentegen zijn heilig en onaantastbaar.
De hardnekkigheid waarmee de automatische index wordt bekampt, is symptomatisch. Het afschaffen is dan zogenaamd niet aan de orde. Het beperken, uitstellen, overslaan, herzien, creatief aanpassen enz. is dat echter des te meer. In elk van die gevallen is een ingreep aan de index
een koopkrachtverlies voor de werknemers. Maar een niet of slechts gedeeltelijke indexering betekent – we spreken voor de privésector – ook minder inkomsten voor de overheid (belastingen op een niet gestegen loon) en de sociale zekerheid. Slechts één winnaar in dit verhaal: de werkgevers.
Het niet indexeren van lonen betekent dat die lonen niet worden aangepast aan de levensduurte en dat dat deel in de onderneming blijft. In de meeste ondernemingen zal dit dus bij de winst komen en dus de aandeelhouders ten goede komen. Op die basisredenering hebben we van de voorstanders van de indexingrepen nog geen aanzet tot het futielste antwoord gelezen.
Zij houden het erbij dat wat goed is voor de ondernemingswinst, ook goed is voor de jobcreatie. Daar kunnen de werknemers bij Arcelor Mital en bij Inbev u fraaie ervaringen van uit de doeken doen.
Het is niet zo dat bedrijfswinsten automatisch leiden tot behoud of toename van tewerkstelling. Daarom luidt onze stelling onverkort en krachtig: werkne¬mers hoeven geen koopkracht in te leveren om de winsten van bedrijven te doen toenemen en om aandeelhouders te plezieren. Dit is geen ouder¬wetse vakbondspraat, het is de kern van het verdelingsvraagstuk.
Het behoud van de index is dus geen symbooldossier, het is een reëel dossier dat gaat over het behoud van koopkracht voor wie werkt. De index¬discussie reduceren tot iets symbolisch maakt een karikatuur van de werkelijkheid. Die symboolaanpak is een welbewuste strategie om het af te doen als iets ouderwets, niet meer van deze tijd... zoals vakbonden ook in die ouderwetse hoek moeten geduwd worden. We zouden niet bezig zijn met wat er echt schort of leeft. We zouden de band met de realiteit verloren hebben en al helemaal de voeling met de werkvloer.
Dat onze communicatie verbeterd kan en moet worden, dat we inzake verdere analyse van strategie en werking zullen moeten vernieuwen, dat we nog meer zullen moeten luisteren en het gesprek aangaan,... allemaal vierkantig waar. Maar qua representativiteit durven we nog wel een boompje opzetten en zullen we de lessen van onze leden en militanten zeer ter harte blijven nemen. Als cijfers iets betekenen dan toch deze bemerking.
In Vlaanderen hebben alle politieke partijen samen zo’n 235.000 leden. LBC-NVK heeft in Vlaanderen en Brussel 320.000 leden. We willen bescheiden blijven... er zijn immers nog meer mensen niet dan wel aan¬gesloten, maar ons in de hoek van de aftandse clubjes steken, ho maar!
Ferre Wyckmans
Algemeen secretaris
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten