Het dossier arbeiders-bedienden blijft onze aandacht opslorpen. In een bijdrage verder in deze editie van Ons Recht stellen we nog eens klip en klaar waar het ons op staat. Een oplossing is noodzakelijk én mogelijk, maar niet als ook dit dossier weer eens wordt gebruikt om sociale achteruitgang te organiseren, met Europa en de concurrentiepositie als eeuwigdurend alibi.
Dat
andere alibi, om werknemers in de voortgang van hun lonen te temperen, is het excuus
van de ‘te hoge loonkosten’. “De lasten op arbeid zijn te hoog”, wij zeggen
het, ook de werkgevers zeggen het aan eenieder die het horen wil. Alleen
vertrekken wij van een andere vaststelling en trekken we er dus
noodzakelijkerwijze ook andere conclusies uit. Want laten we toch nog even
onderstrepen dat het de werknemers zijn die op hun loon (personen)belasting
betalen. De werkgevers betalen op arbeid géén belasting. Wat zij doen is onze
belastingen inhouden en die doorstorten aan de fiscus. Het zijn dus niet de
werkgevers die moeten klagen over te hoge lasten op onze arbeid. Alleen de
werknemers kunnen met recht en rede daarover klagen.
Bijna-loterij
Als de
belasting op arbeid zo zwaar weegt is dat omdat de werknemers wél belastingen
betalen en andere inkomensgroepen dat veel minder of zelfs niet doen. Dat
gebeurt omdat ze een lager belastingtarief kennen of omdat ze via aftrekposten
allerhande creatief met hun belastingen kunnen ‘spelen’. Het gevolg van deze
bijna-loterij is dat de werknemers tegen ongenadig hoge belastingtarieven
blijven worden getaxeerd, iemand betaalt immers de factuur.
En omdat
ook op politiek niveau wordt geoordeeld dat de lasten op arbeid niet kunnen
worden verhoogd, worden dan maar de lonen zelf geblokkeerd. Het zijn dus
opnieuw de werknemers die daar de gevolgen van dragen.
Als er
dan al maatregelen worden genomen om de ‘loonlasten’ te verlagen, krijgen
werkgevers ‘loonlastenverlagingen’. Dat zijn steevast lagere bijdragen aan de
sociale zekerheid. Ook hiervan is het absoluut zekere gevolg dat er aan de
inkomsten van die sociale zekerheid wordt gemorreld. Met het daarop
voorspelbare besluit dat de uitkeringen moeten zakken. Opnieuw dus de
werknemers en sociaal verzekerden die dit aan de lijve ondervinden.
Spiraal
Het is
schrikbarend hoe verdacht diabolisch het probleem van de hoge
werknemersbelastingen telkens weer wordt ‘opgelost’. Een onophoudelijke spiraal
van verschuivingen van zogenaamde bedrijfslasten naar de werknemers en de
sociaal verzekerden.
Nochtans
is een werkelijke verlaging van de lasten op arbeid mogelijk. Als vermogens en
vennootschappen onder allerlei constructies blijvend via de grote poort worden
uitgenodigd om almaar minder belasting te betalen, dan volgt onvermijdelijk het
doorschuiven van de belastingfactuur naar de werknemers. Een vaststelling die
we moeten blijven maken.
Op 31 mei
maken we, samen met andere organisaties die deel uitmaken van het Financieel
Actienetwerk (FAN), duidelijk hoe scheef de verhoudingen liggen als het gaat
over bijdragen aan een sociaal en fiscaal rechtvaardige maatschappij. De
stelling dat ‘alleen gewone mensen belastingen betalen’ wordt eigenlijk met de
dag meer bewaarheid.
Het mag
worden gezegd, de huidige staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez
geeft blijk van de wil om zijn tanden in een rechtvaardiger fiscaal systeem te
willen zetten. Het woord vermogensbelasting komt nog niet in zijn vocabularium
voort, maar fiscale constructies bestrijden kreeg hij toch al op de federale
agenda. Schuchtere en andere stappen geven enige hoop.
Op
Europees niveau horen we dat er strijd tegen de fiscale fraude zal worden
gevoerd. Enige terughoudende voorzichtigheid over dat Europese verhaal houden
we toch nog achter de hand. Het zal nog moeten blijken of de mooie bedoelingen
ook in echte maatregelen worden omgezet. Want veel van wat er Europees wordt
gepresenteerd lijkt juist de andere kant uit te gaan. Een niet al te overmatig
optimisme is de tol die het Europees beleid over zichzelf uitriep. Maar we
willen wat graag positief worden verrast.
Ferre
Wyckmans
Algemeen
Secretaris LBC-NVK