vrijdag 5 april 2013

Debat arbeiders-bedienden: nog geen nieuwe lente

Het dossier arbeiders-bedienden heeft een juridische voorgeschiedenis zonder voorgaande. In 1993 vond het toenmalige Arbitragehof dat de verschillen tussen arbeiders en bedienden nog hooguit historisch te verantwoorden waren en dat de toekomst dringend anders moest worden geschreven. Twintig jaar later is er niet veel te merken van een fundamentele bijsturing die de verschillen kleiner maakte.

Een paar grondwetsaanpassingen later oordeelde het Grondwettelijk Hof dat er sprake was van regelrechte discriminatie. De kwestie kwam herhaaldelijk aan bod op interprofessionele onderhandelingen, in werkgroepen, op studiedagen, in nota’s van vakbonden en werkgevers en in allerlei rapporten. Maar we staan nog geen stap verder.
Recent hoopten de regeringspartijen, de vakbonden en de werkgevers een oplossing te vinden via de fameuze ‘Groep van 15’. Maar dat vehikel struikelde al na drie vergaderingen. Echt verwonderlijk is dat niet.
De werkgeversorganisatie VBO, die altijd iedereen de les spelt over ‘verantwoordelijkheid’, wil alleen iets ‘regelen’ rond de opzeg en de carenzdag. Hun voorstel rond de opzegtermijnen is zo intens minimalistisch dat het eerder lijkt op een provocatie dan op een ernstige oplossing. De discriminatie op het vlak van de carenzdag wil het VBO ‘wegwerken’ door zo’n dag ook voor bedienden in te voeren. Veel gortiger krijg je het niet meer gepresteerd.


‘Economisch onhaalbaar’

Van de regering, meer bepaald van de drie DC’s (De Croo, De Crem en De Coninck), kwamen nog voor de gesprekken begonnen geen geruststellende signalen. De statuten naar boven harmoniseren zou ‘economisch onhaalbaar’ zijn en zou, conform de visie van het VBO, ons industrieel weefsel kapot maken. Alsof dat momenteel al niet gebeurt zonder redelijke opzegtermijnen voor de arbeiders. En de visie op werkloosheid versie Monica DC is ondertussen ook bekend: ‘activeren’ à volonté, alsof werkloosheid de schuld van de werkloze is. Overigens is er ook tot op heden geen ‘regeringsstandpunt’, over geen enkel van de deeldossiers.


Het ACV houdt vast aan zijn zevenpuntenplan (zie www.beterstatuut.be). Maar de ACV-raad oordeelde op 26 maart dat een standpunt hebben en zich daaraan houden nog geen garantie is om het ook gerealiseerd te zien. De uitspraken van werkgevers en ministers leiden tot de nodige ongerustheid. Actievoeren is noodzakelijk.
Vanaf 17 april zullen we massaal onze standpunten toelichten in ondernemingen en instellingen en op plaatsen waar arbeiders en bedienden aan de slag zijn.
We hebben een gefundeerd en realistisch programma. Over onze standpunten consulteerden we jaren geleden al. Die verloren niets aan actualiteitswaarde. Een betere bescherming en een beter statuut voor alle werknemers, voor minder doen we het niet. Harmoniseren doe je naar boven, discriminaties wegwerken doe je door slechte regels weg te werken.


Regering aan zet

We laten ook de politieke verantwoordelijken niet met rust. De regeringspartijen om te beginnen: zij hebben zichzelf aan zet geplaatst, zij zijn diegenen die onze eisen dus moeten kennen. Dat geldt ook voor de werkgevers: in de paritaire comités zullen we de ACV-eisen nog eens klip-en-klaar toelichten, zowel de inhoud als onze motivatie. 

De vakbond wil een eenheidsstatuut, maar zonder dat de verbeteringen voor de arbeiders worden ‘betaald’ door de bedienden en omgekeerd. De carenzdag veralgemenen wil niemand, de vakbond wil die schande weg. Een gelijkaardige vakantiegeldregeling moet ons doel blijven. En rond het gewaarborgd maandloon en een betere bescherming weten we perfect wat we als ACV willen.
Op het vlak van economische werkloosheid moeten we echt richting een betere overlegprocedure en een inkomensgarantie. Nieuwe opzegregelingen voor arbeiders en bedienden die onder het wettelijk minimum van de huidige gewone bedienden liggen zijn onaanvaardbaar. Zelfs als de ‘huidige bedienden’ hun opzegtermijnen zouden gegarandeerd krijgen, dreigt dan immers een nieuw ijkpunt dat binnen enkele jaren de veralgemeende norm zou moeten worden. Ook voor de arbeiders is dat referentiekader van het huidig wettelijk bediendeminimum de enige garantie op een veel betere opzegregeling.

Kortom we zitten in de meest cruciale fase: de politiek is aan zet. We zien dat niet zonder meer als een garantie.
Het betere statuut voor alle werknemers zullen we afdwingen. Als de voorstellen ontoereikend zijn is verdere actie, inclusief staken, wat ons rest.


Ferre Wyckmans

Algemeen Secretaris LBC-NVK

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten