De Federale Overheidsdienst (FOD) Arbeid weigert de goedkeuring van twee, in paritaire comités gesloten, CAO’s die een hogere loonstijging voorzien dan volgens de wet op de loonnorm zou mogen. Voor alle duidelijkheid: in 2011 kan er wettelijk geen loonsverhoging worden toegekend en in 2012 mag de loonsverhoging maximaal 0,3 % bedragen. Dat laatste is eigenlijk ook haast gelijk te stellen met ‘geen loonsverhoging’. Letterlijk is dus elke loonsverhoging in 2011 zogenaamd strafbaar. Want wetten zijn er om nageleefd te worden en wie zich daar niet aan houdt loopt een risico op sanctionering. Het was N-VA-kamerlid Zuhal Demir die de kat de bel aanbond. Volgens deze politica dient de (Belgische) wet te worden gerespecteerd en het is de Minister van Werk die daar in dit geval moet voor zorgen. De Minister volgt haar administratie, weigert de beide CAO’s goed te keuren. Wat gebeurt er indien die CAO’s, wat overeenkomsten zijn tussen werkgevers en vakbonden, toch worden uitgevoerd? Volgens de ijverige wetsbewaakster van de N-VA moet er dan een sanctie worden uitgesproken. Maar wie moet er dan gesanctioneerd worden? De werkgever omdat hij meer uitbetaalt dan wettelijk zou mogen? De werknemer omdat hij meer ontvangt dan hij of zij eigenlijk zou mogen? Op die concrete vragen wordt het al flink lastig om een antwoord te krijgen. Is de N-VA erop uit om werkgevers te sanctioneren? Laat ik daar meer dan enige twijfel over hebben. Wat wil men eigenlijk? Men wil dat werknemers geen loonsverhoging krijgen. Dat is de heel duidelijke keuze. En om dat te bekomen eist men de strikte toepassing van de loonnormwet. De dreiging om werkgevers te laten veroordelen of te sanctioneren bij deze ‘wetsovertreding’ dient dus enkel en alleen om werknemers geen loonsverhoging toe te kennen. Ieder zijn sociaaleconomische prioriteit. De loonnormwet en zijn heel concrete toepassing op dit moment om loonsverhogingen, zelfs bij CAO, te verbieden is een aanfluiting van het principe van het vrije loonoverleg. België is in de regel een goede leerling waar het het respecteren van de regels van de Internationale Arbeidsorganisatie betreft. Maar de loonnormwet van 1996 is naar de letter en de geest een aanfluiting van meer dan IAO-regel.
Zou het kunnen dat er hier met twee maten en nog meerdere gewichten wordt gemeten? Alle CAO-bepalingen, zeker als ze algemeen verbindend zijn verklaard, hebben “kracht van wet”. Ze moeten dus worden gerespecteerd. Laat nu uitgerekend het niet respecteren van heel veel CAO-afspraken, ook inzake lonen, door onnoemelijk veel werkgevers gebeuren. We zeggen niet door alle werkgevers, maar we stellen ook niet zomaar wat. Jaarlijks bekomen we via arbeidsrechtbanken uitspraken omtrent niet correct betaald loon, eindejaarspremie of vakantiegeld. Zeer veel ingediende rechtszaken tezamen geven aanleiding tot veroordelingen van werkgevers om CAO’s (of wetten) te respecteren en dus o.a. de correcte lonen uit te betalen. Het gaat over opgeteld ontzettend grote bedragen die blijkbaar te weinig worden betaald. Tot op heden hebben we daar geen N-VA-kamerlid enige interventie weten over doen. Geen parlementaire vraag werd richting welke Minister dan ook gesteld. Teveel aan loon is een groter probleem dan te weinig loon. Qua rangorde in aan te pakken dossiers kan dat tellen. Het heeft in ieder geval het voordeel van de duidelijkheid. Werknemersrechten komen in dit discours na de grotere economische belangen van sommigen.
Tot slot nog een bijkomende bron van verontwaardiging. De loonnormwet van 26 juli 1996 voorziet (artikel 14) dat er maatregelen (kunnen) genomen worden om tot “een gelijkwaardige matiging van de inkomens van de zelfstandigen.. evenals.. voor de inkomens van de vrije beroepen, de dividenden, de tantièmes,…de andere inkomens” te komen. Hebben we wat gemist omtrent de uitvoering en het afdwingen van deze maatregelen? Ja, de allereerste stap van enige maatregel in die richting.
Ferre Wyckmans
Algemeen Secretaris LBC-NVK
Geen opmerkingen:
Een reactie posten