Toch heeft het streven naar kennis in Zweden niet echt een elitair tintje.
Donderdag en vrijdag was ik te gast bij het Lärarverbundet. Ik kreeg er pannekoeken met een heel berg slagroom en confituur. Maar ook op andere vlakken was dit bezoek bijzonder interessant: diepgaande gesprekken over het Zweedse sociale, economische en gerechtelijke model met toponderhandelaars, vakbondsadvocaten en mensen uit het veld. Eén van de vele thema’s die we uitvoerig bespraken, is het Zweedse schoolsysteem.

Op 6 à 7 jaar start de verplicht schoolopleiding van 9 jaar (in principe tot 15 jaar). Deze opleiding is verplicht voor iedereen en bovendien gratis. Het mooie aan het Zweedse schoolsysteem is dat de klassen leerlingen van alle pluimage bevatten: geen onderscheiden ‘richtingen’, geen cascadesysteem, geen sociale klassen in de klas. In de klas is iedereen hier gelijk, al wordt er ook naar gestreefd leerlingen individueel te begeleiden. Het Zweedse systeem lijkt te werken. Sociale competenties maken mensen beter, als mens, maar blijkbaar ook als student. Natuurlijk is niet alles geweldig. Langs de ene kant maken gekleurde gettoscholen opgang; langs de andere kant stuurt de echte upperclass haar kinderen nog steeds naar dure privé-internaten. Zodoende worden langs weerzijden van de samenleving jonge mensen onttrokken aan het normale solidariteitsmodel eigen aan het Zweedse onderwijs. De ene groep krijgt hierdoor het gevoel buiten de (grotendeels informele netwerken van de) samenleving te staan, de andere groep waant zich erboven te kunnen plaatsen. Triest genoeg hebben beide groepen gelijk.
Van 16-19 jaar kunnen de Zweedse jongeren naar de highschool. Hoewel dit niet verplicht is, blijft tegenwoordig nagenoeg iedereen school lopen na zijn of haar 16e. Op deze leeftijd wordt er wel gekozen voor één van de twee voorziene richtingen: ofwel een intellectuele opleiding ter voorbereiding op de univ, ofwel een voorbereiding op het beroepsleven als handenarbeider (echt definitief is deze keuze nochtans niet, nu ook jongeren uit deze richting toegelaten worden aan de universiteit).
Eens jongeren besluiten om naar de universiteit te trekken, zit de opvoeding van de Zweedse ouder er ongeveer op. Anders dan bij ons is het hier immers niet echt de gewoonte om de kinderen nog verder te onderhouden. Dit is de taak van de staat (die studenten 250 € per maand en een lening van 500 € per maand geeft) en van de studenten zelf (die meestal ergens een deeltijdse job hebben in een supermarkt of café).
Ook op latere leeftijd blijven Zweden studeren. Opleidingen worden meestal georganiseerd door dezelfde organisaties als die die jongerenonderwijs organiseren; de (gratis) lessen gaan meestal door in dezelfde gebouwen, zij het ’s avonds en in de weekends. Anders dan bij ons is het hier dus niet echt een big issue om op latere leeftijd nog een diploma middelbaar onderwijs te halen.
Zweden studeren duidelijk veel en graag. Of het hen werkelijk kan behoeden voor alle gevaren die het mondiale kapitalisme voor hen in petto heeft, is maar zeer de vraag. Kenniswerkers zijn immers niet direct het monopolie van de westerse wereld. Bovendien beschermt kennis op zich niemand tegen uitbuiting. Power only respects greater power.
Maar ook ik heb me al vergist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten