Wie “Nagasaki” zegt of hoort en een beetje historisch gevoel heeft, legt meteen de link met een atoomaanval. Nagasaki heeft de zeer twijfelachtige eer de tweede (Japanse) stad te zijn, na Hiroshima, die door een Amerikaanse atoombom werd vernietigd. Bijna 150.000 doden, waarvan 73.884 onmiddellijk en nog eens 74.909 de periode er snel op volgend, is de intrieste balans. Een balans die als eeuwige schandvlek in het nadeel uitslaat van de geallieerden van weleer. Geen vergissing en vanuit militair strategisch oogpunt absoluut geen noodzaak. Voor zover “militaire strategie” en “noodzaak” al in één zin zouden kunnen worden vermeld. Op 9 augustus om exact 11:02 u. werd Nagasaki zo goed als van de kaart geveegd én voor eeuwig in de geschiedenis opgenomen. De politiek en militair verantwoordelijken argumenteerden dat deze bom uiteindelijk de levens van 10.000-en Amerikaanse soldaten heeft gered. Een bewijs dat enkel en alleen uit het absurde kan worden geleverd.
Een bezoek aan het in 1996 geopende “Nagasaki atomic bomb museum” laat je niet onberoerd. De erin ondergebrachte permanente tentoonstelling over de militair-politieke voorbereiding, uitvoering en gevolgen laat sporen in mijn gevoel na, en ik ben echt niet de enige. Schokkend te weten dat bijna 2 jaar voor de aanval er in het geheim beslist werd dat Japan zou gebombardeerd worden en dit zonder voorafgaande verwittiging. Een uraniumbom, die uiteindelijk Hiroshima’s lot bepaalde en een plutoniumbom, die op Nagasaki terechtkwam. Schokkend te vernemen dat er voorafgaandelijk een dodelijke longlist van Japanse steden werd opgemaakt (Tokyo stond daar ook op). Uiteindelijk werd het lijstje om mij niet klare redenen gereduceerd tot een shortlist van drie steden. Dat Nagasaki uiteindelijk toch op die 9ste augustus werd getroffen was het rampzalige gevolg van het feit dat eerst de wolken het bomdroppen onmogelijk maakte, maar dat opklaringen uiteindelijk het pleit in het nadeel van de stad deden uitdraaien. Hoe zeer zou je nu 65 jaar later de inwoners van Nagasaki retroactief hondeweer willen toewensen.
In aangrijpende beelden en nog schokkender restanten van die verdoemde aanslag wordt een beeld gecreëerd van de letterlijk alles vernietigende effecten van wat in militaire kringen de “Fat Man” (de dikke) werd genoemd. Meedogenloosheid is waarschijnlijk slechts te handhaven met hetzij immense slechtheid of relativerende zogenaamde schamperheid. Onmogelijk om met even grote ingrijpendheid een woordelijk verslag te geven van wat je ziet en leest. Toch één artefact dat ik even uit de vitrinekast wil halen. Jaren na de aanval rooide een man, destijds getroffen door glasscherven over vele delen van zijn lichaam, een eik. In de kern van die eik bleek een porseleinen stuk van een bord of kop te steken. Van buiten niet te zien en door de jaren heen door de eik omgroeid met gezond eikenhout. De man schonk het stuk boom, waarin je de scherf ziet zitten, aan het museum. Zijn boodschap: “ik wil het stuk boom laten getuigen. Ik voel mij ermee verwant, want ik heb hetzelfde meegemaakt”. Bomen en mensen, dezelfde wonden hebbend, een sprakeloos makend bijschrift. Ik zal nooit meer aan Nagasaki kunnen denken zonder dat beeld voor ogen en die boodschap van twee slachtoffers.
Ferre Wyckmans - Algemeen Secretaris
Geen opmerkingen:
Een reactie posten